Gezonder door mentale kracht
Denken we aan gezonder leven, dan denken we vaak meteen aan meer bewegen en gezonder eten. Dat zijn wellicht ook de belangrijkste pijlers om het lijf gezond te houden, maar er zijn nog veel meer invloeden. Machteld Huber, onderzoeker en arts, kreeg van VWS de opdracht om al deze invloeden in kaart te brengen, wat resulteerde in het Positieve Gezondheid model.
Dit model kent zes aandachtsgebieden, waaronder ‘Mentaal welbevinden’. Maar hoe heeft ons mentale welbevinden invloed op onze gezondheid en wat kunnen wij eraan doen?
Wat?
Met mentaal welbevinden wordt o.a. bedoeld: jezelf accepteren, gemakkelijk om kunnen gaan met veranderingen, een gevoel hebben van controle, maar ook plezier hebben in het leven, je kunnen concentreren en dingen kunnen onthouden. Ons mentale welbevinden bepaalt of we ons opgewekt voelen. Dat is natuurlijk afhankelijk van onze leefomstandigheden, ons verleden, wat we doen en wat we kunnen, of denken te kunnen.
Mentaal welbevinden is nauw verbonden met de drie andere domeinen, nl. participatie, wonen en lichamelijk welbevinden. Of je jezelf mentaal goed voelt, lekker in je vel zit, heeft namelijk vaak te maken met je sociale omgeving of gebeurtenissen die een grote invloed hebben op jou als persoon. Zoals we echter onze spieren moeten trainen om ze fit en sterk te houden, zo moeten we onszelf ook mentaal trainen om mentaal vitaal te blijven.
Waarom?
Je mentale welbevinden bepaalt in grote mate je persoonlijke beleving van de kwaliteit van je leven. Als je moeite hebt om jezelf te accepteren, dan voel je je niet lekker in je lijf en dat heeft invloed op je emotie, de kracht van je immuunsysteem en zo op je gezondheid en vatbaarheid voor ziekten. Onderzoek toont ook aan dat het niet alleen gaat om psychologische of instinctieve componenten, maar ook om een biochemische inwerking op dit mechanisme. Ons denken beïnvloed bijvoorbeeld de hypofyse (hypothalamus), de hypofyse geeft hormonen af, de klieren in de bijnieren geven o.a. adrenaline (kort) en cortisol (lang) af welke om hun beurt biologische, fysieke en gedragsmatige reacties tot gevolg hebben.
Als je moeite hebt om met verandering om te gaan, dan kan dat veel stress opleveren, wat op zijn beurt weer een accelerator is van de ontwikkeling van chronische aandoeningen. Je mentale welbevinden is als het ware je thermostaat voor het ‘lekker in je vel’- gevoel, en als je dat alleen laat afhangen van een omgeving die je negatief kan beïnvloeden en een verleden dat misschien negatieve invloeden kent, dan zou het zomaar kunnen dat je vast komt te zitten in een vicieuze cirkel.
Hoe?
Een belangrijke pijler binnen het domein ‘Mentaal welbevinden’, is weten wat je wilt. Niet alleen in de vorm van een einddoel, maar met name door wat je ervoor wil doen om dit doel te behalen. Ook vertrouwen hebben dat je in staat bent om deze verandering door te voeren (self-efficacy) speelt een grote rol. Vandaar dat het beter is om duidelijke, kleine doelen op gedragsmatig niveau te bepalen (b.v.: “Ik ga elke dag 20 minuten extra wandelen”) i.p.v. grote, globale doelen zoals 20 kilo afvallen. Focus dus vooral op het proces en niet alleen op het eindresultaat. Maak het jezelf niet te moeilijk, zodat je dagelijkse successen kunt ervaren.